vrijdag 10 augustus 2012

Praktijk: Distributistische tendensen

Zoals reeds in een eerdere blog beschreven is het distributisme een micro-economisch systeem dat autonoom van een ander economisch systeem kan functioneren; zie het artikel 'Denkoefening: invoering van een distributistisch systeem'. Dat is de theorie, de ‘leer'. We hebben echter ook en nadrukkelijk te maken met 'de praktijk'. De contemporaine praktijk in Nederland is dat we functioneren binnen een kapitalistisch stelsel, grotendeels gestructureerd volgens het Rijnlandse model. Dit stelsel, ook wel bekend als 'gematigd kapitalisme', functioneert op enkele kritiekpunten na prima en heeft veel welvaart opgeleverd. Het mooie van het distributisme is dat het ook binnen dergelijk stelsel op een hele praktische en reële manier kan functioneren. Men hoeft dus geen complete ommezwaai te maken naar een nieuw stelsel, maar men kan binnen bestaande structuren verandering bereiken.

Er zijn diverse politieke partijen die in hun sociaaleconomisch programma een nadrukkelijke voorkeur uitspreken voor distributistische tendensen. Zo worden distributistische tendensen heel nadrukkelijk door de Conservative Pary in het Verenigd Koninkrijk bepleit. Ook het CDA in Nederland heeft enkele beleidspunten die met het distributisme in verband kunnen worden. In dit artikel worden zes punten aangehaald waarmee distributistische tendensen in de hedendaagse economische orde kunnen worden herkend.

1. Stel het gezin centraal
Een belangrijke vraag voor het distributisme is de vraag wat voor effect een overheidsmaatregel of sociaaleconomisch beleid op het gezin heeft. Het gezin is immers de hoeksteen van de samenleving. Het is dan ook vanuit distributistisch ideaal van groot belang telkens te onderzoeken wat een voorgestelde maatregel doet met een gezin en welke positie ze haar geeft.

2. Subsidiariteit
Een absoluut kernpunt van het distributisme is subsidiariteit, een principe dat binnen vele economische stelsels kan functioneren en dat voor het CDA zelfs een grondtoon is. Subsidiariteit is de rotsvaste overtuiging dat zaken zoveel mogelijk op het niveau waar ze het beste gedragen kunnen worden moet worden uitgevoerd. Wordt er met dit principe geen of te weinig rekening gehouden, dan overheersen ‘hogere’ niveaus zoals de overheid te zeer de zaken die op lokaal niveau moeten worden uitgevoerd.

3. Ondersteun mededinging
Het tegengaan van machtsconcentratie in het bedrijfsleven, het bestrijden van misbruik maken van de dominante positie, de strikte controle op staatssteun aan bedrijven en het vrijmaken van de bestaande staatsmonopolies (privatisering) zijn begrippen die binnen het distributisme een belangrijke en prominente rol spelen. Zij vormen een schild tegen onnodige en ongewenste concentratie van macht, of dat nu bij het bedrijfsleven of bij de overheid is.

4. Geef lokale gemeenschappen meer invloed
Voortvloeiend uit bovenstaand principe zouden lokale gemeenschappen, de fundamenten van een gezonde samenleving, meer macht en invloed moeten krijgen om beleid op te zetten en vorm te geven. De overheid zou meer macht naar deze gemeenschappen moeten overdragen. Bovendien zouden mensen meer actief moeten worden gestimuleerd om actief deel te nemen aan het leven in hun eigen omgeving.

5. Ondersteun coöperaties, liefdadigheid en sociaal ondernemerschap
Een distributistische tendens komt ook tot uitdrukking in de steun die de overheid uitspreekt voor door leden opgezette coöperaties. Deze organisatievorm geeft een grote autonomie en heeft bovendien de beste kiemzaden in zich tot het stimuleren van lokale ontwikkelingen. Verder moet het ondersteunen van onderlinge zorg en liefdadigheid als kernpunt van distributistische tendensen worden gezien. Tenslotte is het stimuleren van sociaal ondernemerschap, dat breder is georiënteerd dan alleen winst en rendement, van belang zijn. Via onderlinge zorg en liefdadigheid en via sociale ondernemers moet de zorg voor zwakkeren en zij die niet (geheel) voor zichzelf kunnen zorgen worden vormgegeven.

6. Ga massalisering, anonieme productie en schaalvergroting tegen
Het steeds groter en massaler worden van elementen uit het leven, variërend van scholen, universiteiten en ziekenhuizen tot het reguliere bedrijfsleven, brengt ongetwijfeld vele economische voordelen mee. Het nadeel van deze ontwikkelingen in onze maatschappij is dat mensen zich in toenemende mate vervreemd voelen van deze instanties en geen geborgenheid meer ervaren. Met name in het onderwijs en de volksgezondheid is dit proces gevaarlijk, omdat men zich niet meer in volle menselijk gekend voelt maar slechts een ‘anoniem nummer’ in een soort van ‘fabriek’.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten