Het gezin als oefenterrein voor het leven
Het herstel van de waarde van het traditionele gezin en de mogelijkheid voor tenminste één ouder om (parttime) thuis voor de kinderen te kunnen zorgen is van groot belang voor het moreel gezond maken van Nederland. Deze overtuiging gaat rechtstreeks in tegen de contemporaine economische druk op het gezin, die een eroderende werking heeft op de vorming en werking van het gezin. De navolgende vijf stellingen dienen wat mij betreft als leidraad te dienen voor de omgang met het gezin. Dit onder het motto ‘Het gezin als oefenterrein voor het leven’.
1. Kinderen hebben ouders nodigGod heeft de mens als sociaal wezen geschapen. Een kind moet dus niet alleen leren lopen en spreken, maar het kind moet ook worden bijgebracht hoe het zich tegenover de buitenwereld heeft te gedragen. Daartoe moet het nodige waarneming/-inlevingsvermogen worden ontwikkeld. Want kinderen kijken het leven van hun ouders af; hun voorbeeld drukt een stempel op hun ontwikkeling.
2. Kinderen hebben een thuis nodig
Het gezin is de kiemcel van het maatschappelijk leven geschapen. Er is behoefte naar vaders en moeders die een blij, bevrijdend en gezellig milieu scheppen waarin kinderen zich prettig voelen en tevreden opgroeien. In het gezin vinden kinderen bescherming en geborgenheid, ontvangen zij liefde en leren zij ook hun grenzen kennen. Het gezin is daarmee onvervangbaar.
3. Kinderen hebben opvoeding nodig
De tijd van de anti-autoritaire opvoeding is voorbij. Vaders en moeders moeten weer leren autoriteit uit te stralen. Het kind zoekt namelijk ouders die gezag hebben. Veel ouders verwarren gezag echter met machtsuitoefening of strengheid. Maar alleen daar waar natuurlijk gezag positief wordt uitgeoefend leert het kind gehoorzaamheid en orde. Bovendien leert deze vorm van gezag kinderen beter grenzen te accepteren.
4. Kinderen hebben het nodig waarden te leren kennenHet gezin is de plaats bij uitstek waar waarden kunnen worden bijgebracht. Daarbij is vooral het motto ‘teach as you preach’ van groot belang. Alleen wanneer ouders in hun levenswandel het goede voorbeeld geven worden de opvoedidealen in het hart van de kinderen verankerd. Dus geloofswaarden zoals liefde, geborgenheid en kennis worden op die manier voorgeleefd.
5. Kinderen verhogen de kwaliteit van het leven
Tegen de bewering dat kinderen de kwaliteit van het leven verminderen dienen christenen met beslistheid stelling te nemen. De boodschap van ons geloof luidt: kinderen zijn een geschenk en zegen van God. Waar de zegen van God is, daar is verhoging van de levenskwaliteit. Dat betekent uiteraard niet dat het leven dan zonder offers, inzet of beperking verloopt. Maar wel dat het een heilzame weg is.
De afgelopen jaren heeft de overheid steeds meer taken weggenomen bij individuen en het gezin. Deze ontwikkeling heeft de vitaliteit en levenskracht van het gezin ernstig aangetast. Zo heeft de overheidsbemoeienis met de kinderopvang ervoor gezorgd dat ouders hun kinderen steeds minder opvoeden en dit in toenemende mate uitbesteden aan professionele instellingen. Dit is onwenselijk! De keuze voor kinderen is een weloverwogen en hoogst bijzondere keuze, waarbij ouders aan de wieg en vervolgens opvoeding van nieuw leven staan. De keuze voor kinderen moet dus ten alle tijden een keuze vol overgave zijn, waarbij er binnen het gezin een rolverdeling wordt gemaakt wie thuis blijft om voor de kinderen te zorgen en wie de kost gaat verdienen. Kinderopvang is geen kerntaak van de overheid en dient dan ook beperkt gesubsidieerd te
worden. Wel dient de overheid alle regelgeving aan te passen die het ouders bemoeilijkt om zelf voor hun kroos te zorgen. Dat betekent ook dat er geen beleid moet worden gevoerd dat beide ouders stimuleert fulltime te werken. In mijn optiek is de beste situatie een ouder die fulltime werkt en een andere ouder die voor de kinderen zorgt. Uiteraard kan deze primair zorgende ouder ook nog enige uren parttime werken. Dat stimuleren en faciliteren is prima. De overheid zou dan ook moeten meewerken aan het creëren van ruimte om dit zo goed mogelijk met de zorg voor het gezin te combineren. Op die manier ontstaat een win-win situatie voor zowel de ouder als zeker ook voor de maatschappij. Denk hierbij aan termen zoals ontplooiing, extra financiële slagkracht en het opvullen van vacante arbeidsplaatsen.
Tenslotte; bij het nemen van besluiten zou de overheid zich meer actief bewust moeten zijn van de gevolgen voor het gezin. Het is onaanvaardbaar dat ouders in bepaalde levensfases (bijvoorbeeld als de kinderen gaan studeren) nauwelijks nog de touwtjes aan elkaar krijgen geknoopt. Een goed uitgevoerde analyse over de gevolgen van wetsvoorstellen voor gezinnen zou voor de besluitvorming van grote waarde zijn.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten